Bij de diensten

·

Afgelopen zondagavond zong het Woudtse Kerkkoor in de dienst, onder leiding van dirigent Gert Jan Hol. We hebben genoten van de prachtige liederen op engelse melodieën die de koorleden vol toewijding ten gehore brachten. We danken God voor mensen die ons voorgaan in het loven van God. 

In de dienst lazen we Filippenzen 3:3-14. Het indrukwekkende gedeelte waarin Paulus vertelt over zijn achtergrond waar hij trots op kan zijn. En dat is hij ook geweest. Trots op zijn afkomst, op zijn vroomheid en op zijn ijver. Maar in die ijver besefte hij niet dat hij ijverde tegen God, en tegen Jezus. Want hij vervolgde de gemeente van Christus. Tot dat ene moment dat hij werd stilgezet. Hij viel van zijn paard en hij viel van zijn geloof. Jezus Zelf sprak tot hem. Dat maakte alles anders. Daarom kon hij schrijven: ‘wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van Hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid.’ Al die dingen waar hij zo trots op was. Als verlies beschouwen – als afval weggooien.. Waarom zo heftig? Hij besefte dat al die dingen waar hij trots op was: afkomst, zijn godsdienst, plek in de maatschappij, dat die uiteindelijk geen waarde hadden. Want in het licht van het kruis van Christus wordt alles anders. Elk praten over je prestaties, dat stinkt in het licht van Golgotha. Waarom zo heftig? Omdat al die dingen waar Paulus trots op was, dat die hem uiteindelijk failliet hadden gemaakt. Want wat deed die afkomst, die positie in de godsdienst en maatschappij met hem? Ze hielden hem van af van Christus, want ze maakten hem zelfgericht, zelfgenoegzaam en zelfverzekerd. Dat is allemaal verlies en afval, vergeleken met het kennen van Christus. Dat werd het grote doel in zijn leven. 

Paulus maakte een grote verandering door. Maar hij had een verleden. Een dubbel verleden: aan de ene kant zeer vroom, maar tegelijk had hij de gemeente van Christus vervolgd. Hij had bloed aan zijn handen. Wat doet Paulus met zijn verleden? Hij vertelt erover. Waarom? Niet om het zo enorm over jezelf te hebben. Zeker niet om jezelf op je borst te kloppen. Waarom wel? Om te laten zien wat God doet in ons leven. Want wanneer God in ons leven komt, is dat niet een soort algemene neutrale situatie die voor ons allemaal hetzelfde is. Hij komt binnen in ons eigen heel concrete, persoonlijke situatie. 

Wij hebben ook allemaal ons verhaal. Ons verhaal is vaak ook zo dubbel. Want wij mensen zijn zo dubbel. Vertel het! Vertel je verhaal. Vertel het, hoe God, hoe Jezus je heeft aangeraakt. Wat Zijn woorden voor je betekenen. Van wie je het leerde om te bidden. Hoe je het leerde om te volharden. Juist door tegenslag, door ziekte, en door verdriet heen. Daarmee helpen we elkaar. We helpen elkaar om het te herkennen bij onszelf, en zo bemoedigen we elkaar. En wat je verhaal ook is – er is 1 ding wat we gemeen hebben. Wanneer we zijn gaan horen bij Hem, dan wordt wie wij zijn niet meer primair bepaald door onze afkomst of onze prestaties. En ook niet door onze godsdienstigheid. Wie wij zijn als christen, wordt primair bepaald door wie wij zijn in Christus. Dat we bij Hem horen. Je verhaal hoeft niet spectaculair te zijn. Als we maar wel op de een of ander manier het verbinden aan, het inpassen in het grote verhaal van Jezus. Van Zijn lijden, Zijn dood en Zijn opstanding. 

We zien uit naar komende zondag: het feest van Palmpasen. Het feest waarop Jezus als koning de stad Jeruzalem in komt. Het begin van de Stille Week. We lezen dan Lukas 19:29-40.