Bij de diensten

·

Afgelopen week is Daan van der Burg overleden. En grote schok, een groot verlies en een groot verdriet. Oorspronkelijk was het de bedoeling geweest dat twee jongeren in de dienst van 20 oktober belijdenis van hun geloof zouden afleggen. In onderling overleg hebben we besloten om dat te verplaatsen naar een andere zondag. De datum wordt binnenkort vastgesteld. De afgelopen week zijn we allemaal bezig geweest met de verdrietige gebeurtenissen. In de dienst op zondagmorgen hebben we hier ook aandacht aan besteed.  

We lazen Johannes 11, over Jezus die komt bij het graf van Lazarus. Maria en Martha zijn in dezelfde situatie als wij. Ze zijn opgeschrikt door een groot verlies. Hun broer met wie ze samen leefden, is overleden. Ze zijn ontzet door wat er is gebeurd; en ze zijn overmand door verdriet.  

‘Toen Jezus Maria zag huilen en ook de Joden die met haar meekwamen, zag huilen, werd Hij heftig in de geest bewogen en raakte innerlijk in beroering’ (vers 33) Wanneer Hij bij het graf komt is Hij opnieuw ‘heftig bewogen in Zichzelf’ (vers 38). Dat zijn heftige woorden – ze beschrijven intense emoties. Als Jezus zo geconfronteerd wordt met het verdriet rondom de dood van Lazarus, wordt Hij furieus. Hij wordt zo boos wanneer Hij ziet wat dit overlijden aanricht: verdriet, de ontreddering en de radeloosheid. Hij is boos wanneer Hij het graf ziet. Waar is Jezus woedend op? Niet op mensen, niet op God. Hij is woedend op de dood. 

En Jezus huilt. Hij huilt om het verlies. Hij vermijdt het verdriet niet. Hij stapt er in. Helemaal. Als er één plek is waar we kunnen huilen, dan wel hier in de kerk. Als er Eén is bij Wie we kunnen huilen, dan wel bij Jezus. Jezus treedt binnen in het verdriet om Lazarus. Deze week zijn we er allemaal ingetrokken, in het verdriet. Door de grote schok om het overlijden van Daan. Hij was één van ons.

Het overlijden maakt veel los. Bij jong en oud onder ons. We treuren over het verlies van hem, zo’n jong leven. Hij was één van ons. Zijn overlijden rakelt nog veel meer op.  Er zijn meerderen onder ons die ook een kind verloren hebben. Korter of langer geleden. Het verdriet blijft. We voelen het verdriet van andere geliefden die we verloren hebben. Aan de dood, of aan het leven. Het komt naar boven. Ook verliezen waarvan we misschien dachten dat we het aardig hadden verwerkt – voor zover dat kan – en wat niet zo blijkt te zijn. 

Deze week zijn we allemaal in het verdriet erin getrokken door de grote schok. Maar de schok ebt weg. En na verloop van tijd, zakt het verder weg in ons geheugen. Voor de familie blijft het. Jezus stapt het verdriet binnen. Wees bereid om dat ook te doen. Om in te stappen in het verdriet van een ander. Blijf bereid om dat te doen. Ook als het leven weer verder gaat. Niet zomaar even. Maar in de tijd die komt, de dagen, de weken, de maanden en de jaren. 

Jezus kent onze pijn, ons verdriet en onze boosheid. En Hij gaat verder. Hij geeft hoop. Maria en Martha zeggen hetzelfde tegen Hem: ‘Heere, als U hier geweest was, was mijn broer niet gestorven.’ Tegen Martha zegt Hij: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven (…) geloof je dat?’ (Joh. 11:25-26). 

Jezus zegt: deze dood ga Ik veranderen in een opstanding. Uit deze dood breng ik iets teweeg wat nog veel geweldiger was dan wat hiervoor was. Dat is het evangelie. Via de weg van de zwakte zorg Ik voor kracht. Via de weg van het berouw geef Ik vergeving. Via de weg van het geven aan anderen maak Ik je werkelijk rijk. Via de weg van het kruis, geef Ik Opstanding.

Jezus belooft Opstanding. Hij zegt niet: als je in Mij gelooft dan kom je zo los van de aarde dat je het verdriet niet meer voelt. Hij zegt niet: Ik haal je weg van deze aarde en breng je ziel naar de hemel waar je dit allemaal zult vergeten. 

Jezus belooft Opstanding. Wat betekent dat? Jezus is gekomen van de hemel naar de aarde, niet om ons van deze aarde los te maken en onze ziel naar de hemel te brengen. Hij is uit de hemel gekomen en naar de aarde toe gekomen om te sterven aan een kruis om ons met God te verzoenen, zodat wij kunnen leven. Hij komt terug, en zal de nieuwe hemel en de nieuwe aarde stichten. Daar zijn we voor bedoeld. En tot die dag aanbreekt is Hij ons nabij in ons lijden. ‘Ik ben met jullie alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld’ (Math. 28:20).