Overstapdienst

·

In de dienst van 7 juli besteedden we aandacht aan de ‘overstap’ van de basisschool naar de middelbare school. Dit betrof: Leonie, Klaas, Fleur, Julie en Anouk. Voor deze kinderen, en hun ouders, een hele mijlpaal. Ook voor ons als gemeente. Namens de Kindernevendienst overhandigden Jannemieke en Mariska rugzakken met een gevarieerde inhoud voor de volgende stappen op de levensreis. Eefje verwelkomde de ‘overstappers’ om aan te haken bij Next Level. Tegelijk zijn wij allen als gemeente betrokken bij hen. Om dat uit te beelden kregen ze een blinddoek om, gingen ze een rondje door de kerk lopen om terug bij hun stoel uit te komen, geholpen en aangemoedigd door alle gemeenteleden.

Als een van ons een levensmoment meemaakt, is dat voor ons allemaal een moment dat we herinnerd worden aan onze roeping en levensweg: God trekt met ons mee door ons leven. 

We lazen samen Lukas 10:1-20: de uitzending van de 72 leerlingen. Jezus zendt hen de wijde wereld in om het Koninkrijk van God aan te kondigen. Hij stuurt ons allemaal uit; die opdracht geldt voor alle gedoopte christenen. Onze doop is een belofte van God – dat Hij onze God is. Het betekent ook een opdracht: om te vertellen over Hem. Levensovergangen zijn momenten waarop we daaraan herinnerd worden. 

De wijde wereld in gaan – dat vergt lef. Lef om het oude los te laten – de oude school, de oude plek; sommige kinderen. Lef om het nieuwe in te stappen. Lef hebben om te vertrouwen op God. Dat Hij je leidt, dat Hij je beschermt, dat Hij het in de hand heeft. Het lef om te durven gaan in Zijn Naam. Het lef hebben om te geloven dat Hij ook daar gaat zijn – op die nieuwe plek, met die nieuwe mensen. Ook daar is Hij. Het lef om te durven zeggen dat je bij Hem hoort. Het lef om ook daar gewoon wel te bidden voor je eten. Niet omdat dat persee moet. Maar wel omdat Hij het zo waard is; omdat het zo fijn is om met Hem verbonden te zijn en aan Hem te denken; en omdat wij er zelf zo van opknappen. Een dag is te lang om te leven zonder gebed. Wat zeg je dan, als je zo op school voor je eten bidt? Al is het maar kort: Here God, dank U wel, om Jezus wil, amen. De vragen komen vanzelf wel. Hee, jij bidt ! waarom doe je dat? Omdat ik bij Jezus hoor.

Misschien heb je veel zin in de volgende stap. Dat kan gelden voor jullie hier vooraan. Dat kan ook gelden voor ons in allerlei andere levenssituaties. Misschien zien we er tegenop. Maar ook als we heel veel lef hebben, veel moed, veel zin. Dat zegt ook niet alles. Want uiteindelijk als we ergens middenin zitten, als we een eindje op weg zijn, dan merken we, dat die moed van ons, dat die niet zo groot is. En dat die moed van ons ook zomaar weg kan zijn. 

Wat is lef? Moed om te leven. Moed om in deze wereld te leven – met Hem. Dat lef halen we niet uit onszelf. Die geeft Hij aan ons. Hij geeft ons moed. 

Wij komen niet naar de kerk om elkaar te vertellen hoeveel lef we wel niet hebben. We komen niet hier om elkaar wat op te peppen om wat meer lef te hebben. We komen hier om eerlijk te zijn – tegen God en tegen elkaar – dat dat lef van ons echt niet zoveel voorstelt. En om hier te ontdekken dat ons leven ook niet van ons lef afhangt. Daar gaat het helemaal niet om. Ons lef schiet te kort. Als het er op aankomt dan hebben we maar heel weinig lef. Net zoals de discipelen die weg vluchtten bij Jezus toen het er echt op aan kwam. Maar er is Eén die het wel heeft. Die alles gaf. Tot in de dood.  Als we Hem zouden vragen, waardoor hield U het vol? Dan denk ik niet dat Hij zou zeggen ‘lef’. Niet door lef maar door liefde.

Door Zijn liefde stuurt Hij ons uit, en geeft Hij ons moed om te gaan. En om met vreugde weer terug te keren naar Hem.