Hemelvaart

·

Op 26 mei vierden we Hemelvaart. We lazen Psalm 47 en Handelingen 1: 1-14. Met Hemelvaart vieren we dat Jezus naar de hemel ging. Dat is een feest. Waarom? Kerst vieren we; Pasen ook… waarom Hemelvaart ook? Wat hebben deze feesten met elkaar te maken? 

Met Zijn menswording, Zijn tijd op aarde geeft Jezus antwoord op een aantal belangrijke vragen. 

Met Kerst is God mens geworden. Maar is Hij niet een beetje minder mens dan wij? Dat Jezus de Zoon van God is, maakt Hem niet minder mens. Het maakt Hem meer mens. Het maakte Hem meer levend; meer bewust van de wonderen van de schepping; uitbundiger met vreugde en compassie, en meer fijngevoelig. Juist die dingen die ons mens maken. Maar kan Hij echt ons leven leven, inclusief het lijden, inclusief de dood? Ja, dat kan Hij; dat laat Jezus zien op Goede Vrijdag. En als Hij echt ons leven ingaat, als Hij echt ons lijden ingaat, en de dood ingaat: blijft Jezus wel God door dat alles heen? Ja, Hij blijft ook God, door dat alles heen; Zijn band met de Vader blijft in tact; dat laat Jezus zien met Zijn Opstanding. Hij blijft God en Mens. En dan gaat Jezus naar de hemel. Wat gebeurt er dan met Zijn mens-zijn? Dat Mens-zijn van Jezus, die menselijke ervaring van Hem, van ons leven leven, blijft dat wel overeind, of laat Jezus dat achter Zich? Heeft het Mens-Zijn van Jezus blijvend een plek bij God? Het antwoord is ja. Want wat laat Hemelvaart zien? Het onderstreept dat Hij mens was, is. Als je mens bent, kun je op één plek tegelijk zijn. Hemelvaart betekent dat Jezus niet langer op aarde is. Hij is in de hemel. Toen Jezus opvoer naar de hemel, liet Hij niet Zijn lichaam achter. Het was niet Zijn Geest die alleen opsteeg. Jezus lichaam was niet een soort pak dat Hij losmaakte en uittrok en achterliet. Hij zakte niet in elkaar; de discipelen zagen geen vogeltje fladderen ofzo, waarvan zij dan zeiden: kijk dat is de ziel van Jezus die nu opstijgt… Jezus liet niet Zijn lichaam achter, zodat de discipelen dat weer konden begraven. Voor de ogen van de discipelen werd Hij omhoog geheven. Met lichaam en al. Met Zijn hele mens-zijn inbegrepen. Daarmee kwam Hij binnen in de hemel. Met Zijn Hemelvaart neemt Hij Zijn mens-zijn mee naar God, naar het hart van God, voor altijd.