Terugblik op de intrededienst van Emőke van Bolhuis-Szabó.
Dankbaar kijken we terug op een feestelijke intrededienst op de zonovergoten zondagmorgen van 11 mei, Moederdag. Jong en oud uit de Woudtse gemeente was erbij, evenals gasten uit de rooms katholieke parochie en uit de kerken van de omliggende dorpen. Ook Fenna Noordermeer, de burgemeester van Midden-Delfland, vertegenwoordigers van Welzijn Midden-Delfland en een heel aantal van onze Nederlandse familieleden hebben de dienst bijgewoond. De dienst was gedeeltelijk tweetalig, omdat er ook twintig gemeenteleden van mijn andere werkterrein: de Hongaarse Protestantse Gemeenten van Den Haag en Rotterdam aanwezig waren. Het prachtige veelkleurige gemeenschap liet zien, dat God een veel bredere visie heeft, dan wij: mensen van allerlei afkomst en talen worden door Hem aangesproken en geroepen. De volle kerk met zo een diverse gemeente was een afspiegeling van het thema van de dienst: Met God over grenzen heen.
In 2006, negentien jaar geleden heeft de Woudtse kerk mij voor het eerst gevraagd om pastorale taken te vervullen in de vacaturetijd. Vanaf 2016 en vanaf 2023 heb ik nog twee periodes van twee jaar in uw midden mogen dienen. En nu mocht ik als predikant verbonden worden aan de gemeente door Dominee Leen den Breejen, die als consulent het hele beroepingsproces heeft begeleid. Het gelegenheidskoor heeft mij in het Nederlands en in het Engels toegezongen, van één lied zongen ze het refrein zelfs in het Hongaars! Het zegenlied zongen ze in een kring om me heen – dat was een zeer warm welkom in deze gemeente! Het gaf me de bevestiging, dat ik ook als uw dominee mag zijn, wie ik ben: een geboren Hongaarse, een tweetalige dominee.
Na de verbintenis mocht ik naar aanleiding van het kinderlied: Samen in gesprek gaan met de kinderen. We hebben het gehad over kerk-zijn. De kerk is niet alleen een gebouw, de kerk zijn wij, mensen, die in Jezus geloven. Met alle kinderen samen hielden we elkaars handen vast en vormden we een kerk met een dak van onze armen en handen, een met onze rug als muren. De “mensenkerk” had ook een open deur: iedereen is welkom.
Als tekst voor de verkondiging heb ik Handelingen 16: 6-15 gekozen, omdat God me door dit verhaal al de tweede keer geroepen heeft om dominee te worden van een gemeente. In Handelingen 16 maakt God aan Paulus en zijn medewerkers duidelijk, dat ze niet alleen de eerder opgerichte gemeenten moeten bezoeken in Klein-Azië, maar de oversteek moeten wagen naar Europa om ook daar het evangelie te verkondigen. De eerste in Europa, wiens hart God voor de boodschap van Jezus opent is Lydia, een migrant, een zakenvrouw uit de huidige Turkije. Zij en haar huisgenoten laten zich dopen en in haar huis komt de eerste Europese christelijke gemeente bij elkaar. Het wordt langzamerhand een missionair centrum, dat Paulus op zijn zendingsreizen ondersteunt. Ook voor ons heeft God een plan: Hij wil, dat we nieuwe terreinen ontginnen. Als gemeente moeten we ons niet alleen met actieve gemeenteleden bezighouden, maar God stuurt ons ook naar nieuwkomers in het dorp, naar afgehaakte en teleurgestelde mensen en straks zelfs naar asielzoekers. De Heilige Geest laat ons zien, waar Jezus voor ons uit loopt en mensen ontvankelijk maakt voor het goede nieuws van Jezus. Zo kunnen ook in Den Hoorn en ’t Woudt zoekenden een thuis vinden bij God, zo kan de kerk van Christus groeien en bloeien.
Een aantrekkelijke gemeente kunnen we zijn, als we ons geloof delen in woorden en daden. Daar hoort ook de gastvrijheid en vriendelijkheid bij, die onze gemeente mocht uitstralen tijdens het koffiedrinken en de lunch na de dienst. U allen ben ik heel dankbaar voor de warme onthaal in de gemeente! Bedankt voor het orgelspel, de prachtige liederen van het koor. Bedankt voor alle kleine en grote klusjes: het organiseren van de kerkdienst, het inrichten van de kerk, liturgieboekjes maken en het uitzenden van de dienst, het bakken van lekkernijen bij de koffie en het opruimen. U hebt ons gezin met z’n allen een heel groot hart onder de riem gestoken. Een dag om nooit te vergeten!
Ik zeg het de apostel Paulus na: “Ik dank mijn God… telkens wanneer ik voor u allen bid. Dat doe ik vol vreugde… Ik ben ervan overtuigd dat Hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voortzetten tot het voltooid is op de dag van Christus Jezus.” (Filippenzen 1: 3,4,6)
Emőke van Bolhuis
