Dankbaar – God roept ons

·

Wat hebben we zondag een bijzondere dienst beleefd. Vijf ambtsdragers wiens termijn is afgelopen, namen afscheid van de kerkenraad: Desiree (pastoraal ouderling), Aartjan (jeugdouderling), Renate (jeugdouderling), Han (pastoraal ouderling) en Sjaak (ouderling-kerkrentmeester). We zijn dankbaar. Dankbaar voor al het werk dat zij gedaan hebben in hun ambtstermijn. Dankbaar voor alle liefde en trouw. Dankbaar voor alle toewijding aan de gemeente. We danken mensen; en we danken God.

We zijn ook dankbaar voor de gemeenteleden die zondag ‘ja’ zeiden. Anneke werd herbevestigd als pastoraal ouderling. Sandra en Rienk werden bevestigd in het ambt van jeugdouderling. Eefje werd bevestigd als ouderling. Zij hebben ‘ja’ gezegd en ze hebben geknield in toewijding aan God. Matthijs en Caspar versterken het team van kerkrentmeesters (buiten het ambt). Matthijs heeft de gelofte van geheimhouding afgelegd. Caspar was deze zondag verhinderd en zal deze gelofte op een later moment in een ochtenddienst afleggen. God roept ons allen. En Hij roept sommigen van ons in het bijzonder om verantwoordelijkheid te dragen in de gemeente. Dat geldt voor deze (her)bevestigde ambtsdragers. Het geldt ook voor de ambtsdragers die al in de kerkenraad zitten. God roept ons. Dat stemt ons dankbaar en hoopvol. Maar we zijn ook kleine mensen en hebben God hard nodig – dus bid alstublieft voor de hele gemeente, en ook voor de kerkenraad om wijsheid, liefde en kracht.

We lazen zondag over God die Abram roept. Wat maakte Abrams leven bijzonder? Dat God hem riep. En hij ging, zonder te weten waarheen, naar een onbekend land. Met als enige reisdocument de belofte van God. Wat maakt ons leven bijzonder? Dat God ons roept. De spannende vraag is: wat is ons antwoord daarop? Roeping betekent: overrompeld worden, verrast worden door God, tegen onze eigen verwachtingen in. Je roeping is: waar de nood van de wereld en je verlangen bij elkaar komen. Roeping betekent: Gods stem gehoorzamen, in het vertrouwen dat Hij de weg weet. Vaak begrijpen wij God niet. Ons begrijpen kan wachten. Het volgen van Hem niet. Het enige wat Abram heeft is de belofte van God. Meer heeft hij niet nodig. Wij ook niet. Dus laten we op weg gaan, achter Hem aan.