Een nieuw seizoen

·

De zomertijd ligt grotendeels achter ons. Velen van ons zijn op vakantie geweest en zijn weer terug. De zomer is vaak de tijd dat we uitwaaieren; om vervolgens weer thuis te komen. De scholen beginnen weer; het werk is weer begonnen. We komen thuis in ons eigen huis. Maar ook: we komen thuis in de kerk. De kerk, dat is het dak boven het evangelie. De plek waar alles omhoog wijst – naar God. De plek waar we worden uitgetild boven onze alledaagsheid, boven onze beslommeringen; waar we worden opgetild uit onze zorgen en onze zonden. 

Om iets te horen wat we nergens anders horen. Dat we niet zomaar op deze aarde zijn, niet zomaar in het leven geslingerd zonder bedoeling. Er is een God die ons heeft gewild en heeft bedoeld. Die het ons gunt om te leven op deze aarde. Die ons overlaadt met zegeningen. Die ons ook soms laat leven in woestijngebied, waar de leegte ons aangrijpt en de honger en de dorst. Die ons ook soms op onverwachte manieren laat merken dat we op de verkeerde weg zijn, en ons wakker schudt. Om terug te keren naar Hem. We komen hier om te horen over die God die ons heeft bedoeld voor iets anders: voor iets anders dan dit vergankelijke, eindige leven. Want Hij heeft beloofd: zie Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.. (Jesaja 65:17). 

In de gemeente vragen mensen wel eens aan me: Kan ik dat werkelijk geloven? Is dat echt zo? Ja dit kunnen we geloven. Het is geen sprookje, het is de waarheid. God is te vertrouwen. En Hij is tot het uiterste gegaan om ons erbij te slepen. Daar is Jezus mens voor geworden, daar heeft Hij alles voor gedragen om dat mogelijk te maken. Hij is gestorven, Hij is opgestaan en Hij komt terug. Aan Hem kunnen we ons overgeven, in leven en in sterven. We komen in de kerk om ons dit Evangelie te binnen te brengen. Voor onszelf – jazeker. Maar dat niet alleen. Ook voor de mensen om ons heen. Want elke week, nadat we in de kerk zijn geweest, waaieren we weer uit. We waaieren de wereld in: terug naar onze buurt, ons huis, ons gezin, onze vrienden, ons werk. Om ook daar dit goede verhaal te vertellen. En om hoopvolle daden te doen die hiervan getuigen.